zondag 24 januari 2016

EEN DOOS VOL GEVOELENS


Deze week hebben we spelenderwijs a.h.v. gezelschapsspelletjes onze 4 basisgevoelens leren verwoorden. 





In de boekjes leerden we de 4 basisgevoelens van elkaar onderscheiden: blij, bang, boos en verdrietig.

We gingen elke dag dieper in op 1 gevoel. Als verwerking speelden we gezelschapsspelletjes. Telkens een eigen ontwerp van de Juf!

Eerst was er het knikkermonsterspel, waarvan Brent de grote winnaar bleek te zijn.





 En daarna was er het gevoelensdobbelstenenspel:




Vervolgens was er nog een gevoelensmemory:





Het hoofdgevoel "blij" kwam naar boven als de Juf de sjablonen van Frozen en Paw Patrol te voorschijn haalde! ;-)



Het lijkt misschien wat weinig omdat we niets geknutseld hebben, maar het was een goed gevulde week. We hebben uiteraard de meeste tijd besteed aan het verwoorden van de gevoelens!

IK VOEL ME NIET LEKKER




Om te beginnen enkele sfeerfoto’s van onze themahoek:






We brachten ook zelf materiaal mee over dit thema: dokterstas, leesboek, echt verplegingsmateriaal… Dankjewel, Mama’s van Fee en Felien!




Daarna gingen we zelf al knippend en plakkend aan de slag. We knipten mozaïekjes uit zijdepapier en we beplakten een tissuedoos. Daarvan maakten we een bedje voor een zieke beer.

We kleurden ook met kleurpotloden de kop van de beer en zijn 4 pootjes. Daarna gaven we hem ook nog rode stippen met een stift.










En dit was het resultaat:









 
We hebben ook nog een verhaaltje verteld met prenten: Een been van gips.
Als verwerking hebben we de vier prenten uitgeknipt en in chronologische volgorde opgeplakt.


Op vrijdag vertelde de juf een verhaaltje: “Ik kan tanden poetsen!” Het ging over Dirkje Draak en hoe hij zijn tandjes moest poetsen.




Daarna gingen we zelf aan de slag.






En er bleef ook nog tijd om te spelen…








vrijdag 8 januari 2016

NOORD- EN ZUIDPOOL



NOORD- EN ZUIDPOOL 






De eerste week na de Kerstvakantie zijn we er meteen ingevlogen met het thema "Noordpool en Zuidpool". De doelstelling is dat we op het einde van de week niet alleen het verschil kennen tussen beide, maar ook weten welke dieren waar leven. Zelfs de wereldbol is er aan te pas gekomen. Dat was voor velen de eerste les Wereldoriëntatie, of Aardrijkskunde zoals de mama's en de papa's het ooit hebben geleerd....

We zijn de week gestart met de Zuidpool met behulp van een informatief boek over Antarctica. Zo leerden we o.a. dat:
  • er 4 soorten pinguïns wonen, maar geen mensen;
  • er ijsbrekers bestaan om het dikke ijs te breken;
  • er ijsbergen en ijsschotsen bestaan;
  • er walvissen, potvissen en vinvissen leven;
  • enz. ....
We hebben vooral veel foto's bekeken om een gestructureerd beeld te krijgen van het geheel.


En vervolgens de Noordpool! Daar leven vooral de ijsberen, de Eskimo's of Inuïten, de sledehonden, de poolvos enz. We leerden dat de Inuïten niet in een huis wonen, maar in een iglo en dat ze zich verplaatsen met sneeuwscooter of sledes getrokken door sledehonden of husky's.

En nu gaan we voor altijd onthouden dat pinguïns en ijsberen niet op dezelfde plaats op aarde leven!

We knutselden deze week een ijsberenspel. 









Eerst schilderden we de binnenzijde van een eierdoos in wit en blauw. Vervolgens prikten we een ijsbeer uit, die we plakten op een conservenblik. 






Dan kwam de buitenzijde van de eierdoos aan de beurt en die werd wit geverfd met een spatel. 



Daarna werden de pompons gesorteerd en die werden dan in elk putje van de eierdoos gelegd (oefenen van de 1-1 relatie). 








En uiteraard werd het spelletje ook uitgeprobeerd, dit om de oog-hand coördinatie te oefenen.







Van al die koude kregen een druipneus. Dus dat was het uitgelezen moment om te leren hoe we onze neus moeten snuiten. We hebben dit geleerd aan de hand van een versje:



Voor de mama's en de papa's die niet weten hoe ze hun neus moeten snuiten: jullie kleuter zal jullie graag uitleggen hoe het moet!






Daarnaast was er ook nog het contractwerk, waarvan we jullie de foto's niet willen onthouden...





We willen jullie ook het resultaat van onze eigen witlofteelt niet onthouden. Vóór de Kerstvakantie hebben we in een bloempot witlofpoten gepoot. 




We hebben geleerd dat de witlofteelt minder ingewikkeld is dan het dan je geneigd bent te denken. In het kort komt het er op neer dat je eerst een dikke wortel gaat telen. Dan oogst je die wortel, snijdt het loof tot op enkele cm. af, en pot de wortel opnieuw op in een emmer met water. Je zet de emmer vervolgens op een donkere plek in een matig verwarmde ruimte. De wortels zullen opnieuw gaan uitlopen en vormen de bekende witlofstronkjes. 

Uiteraard moeten we onze geteelde groenten ook proeven. Hoe anders dan op de meest natuurlijke wijze: uit het vuistje. 









Om de smaak wat te verzachten legden we een schijfje appel in ons witlofblaadje en als afwerking kozen we een toefje mayonaise of cocktailsaus. Zo leek het alsof we een bootje van witlof opaten.

2 zaken vielen op: enerzijds kenden veel kleuters geen witlof en anderzijds is er heel flink gegeten van het “witte goud”.

  
Op naar het volgende thema: "ziek zijn". Dus dat is iets voor volgende week.


Mochten de mama's en de papa's of de oma's en de opa's interessant materiaal kunnen aanleveren, dan zijn we daar heel blij mee!