NOORD- EN
ZUIDPOOL
De eerste week na de Kerstvakantie zijn we er
meteen ingevlogen met het thema "Noordpool en Zuidpool". De
doelstelling is dat we op het einde van de week niet alleen het verschil kennen
tussen beide, maar ook weten welke dieren waar leven. Zelfs de wereldbol is er
aan te pas gekomen. Dat was voor velen de eerste les Wereldoriëntatie, of
Aardrijkskunde zoals de mama's en de papa's het ooit hebben geleerd....
We zijn de week gestart met de Zuidpool met behulp van een informatief boek over Antarctica. Zo leerden we o.a. dat:
We zijn de week gestart met de Zuidpool met behulp van een informatief boek over Antarctica. Zo leerden we o.a. dat:
- er 4 soorten pinguïns wonen, maar geen mensen;
- er ijsbrekers bestaan om het dikke ijs te breken;
- er ijsbergen en ijsschotsen bestaan;
- er walvissen, potvissen en vinvissen leven;
- enz. ....
We hebben vooral veel foto's bekeken om een
gestructureerd beeld te krijgen van het geheel.
En nu gaan we voor altijd onthouden dat pinguïns en ijsberen niet op dezelfde plaats op aarde leven!
We knutselden deze week een ijsberenspel.
Eerst
schilderden we de binnenzijde van een eierdoos in wit en blauw. Vervolgens
prikten we een ijsbeer uit, die we plakten op een conservenblik.
Dan kwam de
buitenzijde van de eierdoos aan de beurt en die werd wit geverfd met een spatel.
Daarna werden de pompons gesorteerd en die werden dan
in elk putje van de eierdoos gelegd (oefenen van de 1-1 relatie).
En uiteraard werd het spelletje ook uitgeprobeerd, dit
om de oog-hand coördinatie te oefenen.
Van al die koude kregen een druipneus. Dus dat was het
uitgelezen moment om te leren hoe we onze neus moeten snuiten. We hebben dit
geleerd aan de hand van een versje:
Voor de mama's en de papa's die niet weten hoe ze hun
neus moeten snuiten: jullie kleuter zal jullie graag uitleggen hoe het moet!
Daarnaast was er ook nog het contractwerk, waarvan we
jullie de foto's niet willen onthouden...
We willen jullie ook het resultaat van onze eigen witlofteelt
niet onthouden. Vóór de Kerstvakantie hebben we in een bloempot witlofpoten gepoot.
We hebben geleerd dat de witlofteelt minder ingewikkeld
is dan het dan je geneigd bent te denken. In het kort komt het er op neer dat
je eerst een dikke wortel gaat telen. Dan oogst je die wortel, snijdt het loof
tot op enkele cm. af, en pot de wortel opnieuw op in een emmer met water. Je
zet de emmer vervolgens op een donkere plek in een matig verwarmde ruimte. De
wortels zullen opnieuw gaan uitlopen en vormen de bekende witlofstronkjes.
Uiteraard moeten we onze geteelde groenten ook proeven.
Hoe anders dan op de meest natuurlijke wijze: uit het vuistje.
Om de smaak wat
te verzachten legden we een schijfje appel in ons witlofblaadje en als
afwerking kozen we een toefje mayonaise of cocktailsaus. Zo leek het alsof we een bootje van witlof opaten.
2 zaken vielen op:
enerzijds kenden veel kleuters geen witlof en anderzijds is er heel flink
gegeten van het “witte goud”.
Op naar het volgende thema: "ziek zijn". Dus
dat is iets voor volgende week.
Mochten de mama's en de papa's of de oma's en
de opa's interessant materiaal kunnen aanleveren, dan zijn we daar heel blij
mee!